Strand aan de Middellandse Zee – Playa de la Malvarrosa
Het strand van Valencia kan zich met de beste stranden elders meten: het bestaat uit fijn zand, een brede promenade met palmen en talloze restaurants met uitzicht op de zee. Zowel in de zomer als in de winter wordt het strand druk bezocht door Valenciano’s en toeristen. Strikt genomen ligt Valencia niet aan zee, want het centrum van de stad bevindt zich zelfs ruim 6 km landinwaarts. Ooit werd de haven een eind buiten de stad aangelegd en woonden de vissers in een apart dorp aan de kust; tegenwoordig strekt de stad, die de laatste honderd jaar sterk is uitgedijd, zich echter helemaal uit tot aan de kust van de Middellandse Zee. Zodoende ligt Valencia dus toch aan zee!
El Cabañal – nog steeds een dorp
Het vroegere vissersdorp maakt al heel lang deel uit van de stad Valencia. Toch heeft dit stadsdeel, El Cabañal, waar ook het Playa de las Arenas en het Playa de la Malvarrosa bij horen, zijn eigen, dorpse karakter behouden. Van het zelfbewustzijn van de bewoners van deze buurt getuigt ook de Semana Santa Marinera: de viering van de Goede Week door de vissers. De processies hier trekken dan veel toeschouwers, ook veel bewoners uit andere delen van Valencia.
Het middelpunt van de wijk is de Mercado del Cabañal , die de levendigste van de hele stad is. Ongeveer honderdvijftig handelaren bieden er hun waren te koop aan en onder het publiek vind je maar zelden toeristen. Ben je Formule 1-fan of sta je kritisch tegenover dit soort races? Hoe het ook zij: door het havengebied van Valencia liep enkele jaren geleden een Formule 1-circuit: het Valencia Street Circuit. Toen het geld op was ging het project op de fles. Op sommige plekken zijn nog sporen zichtbaar van het cicuit, waar Alonso, Vettel, Hamilton en andere coureurs hun rubber op het asfalt lieten schroeien.
Van niemandsland tot superstrand
Halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw waren de stranden bij de stad Valencia nog niemandsland. Wie wilde gaan zwemmen, had een auto nodig om er te komen en zette die gewoon ergens in de duinen neer. De planologen van Valencia wilden het strand echter beter toegankelijk maken en het bij de stad trekken. Langs de kust werden dan ook brede promenades aangelegd en diverse strandgedeelten werden voorzien van douches, toiletten en op- en afgangen. Bus- en metrolijnen werden doorgetrokken naar de stranden. In de zomer worden er zelfs extra bussen ingezet.
Het vroegere strand
De Valenciano’s noemen hun strand kortweg Malva, ook al heet het eerste gedeelte langs de haven eigenlijk Playa de las Arenas. Rond 1900 lag aan dit gedeelte van het strand ook het zeezwembad van Valencia, waar de gezeten burgerij zich vermaakte – de vrouwen in badkleding tot op de knie, de heren in zwembroeken die het hele lichaam bedekten. De bouw van het vijfsterrenhotel Balneario las Arenas heeft de ruïne van het voormalige zwembad weer tot leven gewekt. Bij de toekenning van de bouwvergunnig van het hotel werd namelijk als voorwaarde gesteld dat de twee meer dan honderd jaar oude baden deel moesten uitmaken van het hotel.
¡Vamos a la playa! – Strandvermaak in de stad
Ten noorden van hotel Balneario las Arenas begint het Playa de la Malvarrosa. Een brede promenade met parkeerplaatsen, restaurants, een fietspad en fitnesstoestellen loopt hier langs het strand. Zowel de inwoners van de stad als toeristen komen hier graag – de een komt sporten, de ander om te flaneren in de schaduw van de palmen en velen snuffelen rond bij de kraampjes van de kleine hippiemarkt, die vooral in de weekends veel publiek trekt. Van april tot oktober komt men hier echter in de eerste plaats om te zwemmen en zich aan het strand te vermaken. Het stadsstrand van Valencia kan zich in alle opzichten meten met soortgelijke stranden in bekendere vakantieoorden. Het tot 100 m brede, uit fijn, licht zand bestaande Playa de la Malvarrosa heeft een uitstekende infrastructuur en is erg populair. Het brede strand biedt genoeg ruimte voor beachvolley en klimtoestellen voor kinderen, zonder dat de zonaanbidders er hinder van hebben.
Ook in de koelere maanden is het ‘Malva’ een echte vakantieplek. Dankzij het mediterrane klimaat kun je in november of februari prima op blote voeten over het zand lopen en zonnebaden. Je kunt ook, net als de Valenciano’s, een wandeling maken over de Paseo Marítimo, een 3 km lange boulevard die ideaal is om te flaneren. De restaurants aan het Playa de la Malvarrosa zijn ideaal om na een zonnebad of zwempartij een koel biertje of een lekker glas wijn te drinken. Wie er naar binnen wil gaan, moet wel op zijn minst even een hemd aantrekken en het zand van zijn (of haar) badslippers schudden – de inwoners van Valencia zijn erg gesteld op gepaste kleding.
De haven nieuwe stijl
In het zuiden grenzen de rand van de stad en de wijk El Cabañal aan het havengebied van Valencia. De oude haven met zijn jugendstilhallen, de tinglados, was op een gegeven moment te klein geworden voor de huidige, reusachtige vracht- en containerschepen. Omdat Valencia in 2007 gastheer was van de 32e editie van de America’s Cup, verrezen rond het oude havenbekken de loodsen van de verschillende teams die aan deze prestigieuze zeilwedstrijd deelnamen. Tegenwoordig staan deze gebouwen leeg, als aandenken aan betere tijden. De voormalige jachthaven van de Port America Cup, nu Marina Reial Joan Carles I geheten, wordt gedomineerd door het stralend witte, ultramoderne Veles e Vents . Vanaf het uitkijkterras van dit supermoderne gebouw heb je een prachtig panoramisch uitzicht over de haven.
Kenmerkend voor de wijk Cabañal zijn de bescheiden huizen van twee verdiepingen, met voorgevels waarop de tijd haar sporen heeft nagelaten. Prachtig gerenoveerd is het Casa de la Reina (Calle de la Reina 85), waar een van de gemeentelijke bibliotheken is gehuisvest. Het is de moeite waard om even een kijkje te nemen op de binnenplaats, waar een kleine fontein klatert. Als je geluk hebt, is in de cultuurzaal een kunsttentoonstelling te zien.
Het museumlandschap van Valencia
Valencia kent behalve publieke musea ook enkele particuliere musea, die vaak geleid worden door een stichting. Terwijl de openingstijden en dergelijke van de publieke musea redelijk eenduidig zijn, en daarmee voor de meeste musea, kunnen ze bij de particuliere instellingen sterk uiteenlopen. De regionale regering is verantwoordelijk voor de twee grote kunstmusea: het IVAM en het Museo de Bellas Artes Pío V. Veel kleinere musea, die een directe relatie met de geschiedenis van Valencia hebben, vallen onder de stad.