Keramiek museum in Valencia – Palacio del Marqués de Dos Aguas
Een paleis van een edelman uit een sprookjesboek: weelderig ingerichte vertrekken met prachtige marmervloeren, rijk gedecoreerd meubilair en schitterend gestuukte plafonds lokken bezoekers naar dit stadspaleis. Hier is het Spaanse Nationaal Museum voor Keramiek gevestigd. Het keramiek museum in Valencia is zeker een trekpleister voor liefhebbers van dit soort bezienswaardigheden en geweldig om door te wandelen.
De Sierra de Dos Aguas is een heuvelachtig gebied in het achterland van Valencia. Daar komt het gelijknamige adellijke geslacht vandaan, dat op zijn beurt zijn naam gaf aan het stadspaleis Palacio del Marqués de Dos Aguas. In 1699 verwierf de eerste markgraaf van Dos Aguas het toenmalige gebouw, waarvan de fundamenten uit de 15e eeuw dateren. Hij gaf het direct zijn naam.
Geen gepriegel, maar grof geschut
Dat dacht de derde Marqués de Dos Aguas, toen hij in 1740 opdracht gaf de voorgevel van het paleis te verfraaien. Het prachtige albasten portaal is tegenwoordig een van de meest gefotografeerde bezienswaardigheden van Valencia. Inderdaad gaat het hier om een zeer indrukwekkend architectonisch kunstwerk. Je ziet het pas goed als je de tijd neemt de figuren en details geduldig te bekijken.
Boven de ingang, hoe kan het anders in het destijds zo devote Spanje, troont de heilige Maagd van de Rozenkrans, de beschermheilige van het adellijke geslacht Dos Aguas. De mannenfiguren links en rechts van de ingang stellen de twee grote rivieren in de omgeving voor: de Río Turia, die ooit dwars door Valencia liep, en de Río Júcar, die ongeveer 40 km ten zuiden van de stad in de Middellandse Zee uitmondt. Waarom links een wat grimmige leeuw met nogal fors uitgevallen manen en rechts twee krokodillen respectievelijk alligators staan afgebeeld, is tot op de dag van vandaag onduidelijk. Krokodillen noch alligators waren inheems in Spanje … Het portaal van het paleis is niet alleen heel boeiend, maar het zachte albast verleidt de kijker om het aan te raken en te strelen. Schrik niet als je bij het beroeren van het portaal tot de orde wordt geroepen; het aanraken van de figuren wordt namelijk niet op prijs gesteld.
Wonen in stijl
De Marqués de Dos Aguas hield van mooie dingen, zoveel is wel duidelijk op de eerste verdieping van het museum, waar zestien woonvertrekken liggen. Bij de eerste aanblik van deze weelderig ingerichte vertrekken begrijp je wat de bezoekers in het paleis aantrekt. Overal straalt de ongelooflijke rijkdom van de markgraaf vanaf. De comedor (eetzaal) is volledig in het roze ingericht, en in de slaapkamer voert goud de boventoon.
Bijna alles wat in de salita de porcelana (kleine porseleinzaal) te zien is, is afkomstig uit Duitsland – de meubels komen uit Dresden en het porselein en de lampen zijn in Meißen (beroemd om zijn porselein) vervaardigd. Ook de stoelen, tafels en commodes in de rookkamer, de zogeheten fumoir, zijn indrukwekkend. Andere getuigen van de voorbije bloeitijd zijn de rode salon en de Salón de Baile (de danszaal), met zijn kroonluchters, spiegels en plafondschilderingen. Een kleinood is de op het Verre Oosten geïnspireerde Salón Chino (Chinese zaal).
Het Palacio del Marqués de Dos Aguas getuigt van een enorme rijkdom, maar ook vandaag de dag is deze omgeving geliefd bij de rijken der aarde (in ieder geval van Valencia). Langs de Calle Poeta Querol en het verlengde ervan, de Calle Marqués de Dos Aguas, rijgen de duurste boetieks van Valencia zich aaneen: Louis Vuitton, Salvatore Ferragamo, Loewe … Ik ben ervan overtuigd dat de markies en zijn vrouw gewaardeerde klanten geweest zouden zijn. Je kunt je goed voorstellen hoeveel tijd en energie de steenbewerkers staken in het leggen van de marmeren vloer, met welke kunstzinnigheid de schrijnwerkers en houtsnijders de meubels maakten en met hoeveel gevoel voor detail de stukadoors het plafond versierden.
Keramiek: erfenis van de Moren
Na je bezoek aan de eerste verdieping moet je zeker een bezoekje brengen aan de tweede. Daar bevindt zich een historische Valenciaanse keuken. Die is niet alleen met veel liefde voor detail hersteld en opnieuw ingericht, maar dankzij het tegelwerk getuigt hij ook van de voor Valencia zo kenmerkende keramiekkunst.
De kunst om aardewerken potten te beschilderen en te bakken is een belangrijke nalatenschap van de Moorse cultuur. Tot op de dag van vandaag is de Valenciaanse keramiekkunst tot ver over de landsgrenzen beroemd. Daarom zit het Nationaal Keramiekmuseum van Spanje, het Museo Nacional de Cerámica y Artes Suntuarias González Martí, niet in de hoofdstad Madrid maar in Valencia, in het Palacio del Marqués de Dos Aguas.
Palacio del Marqués de Dos Aguas Pronkkoetsen
Dat je als vermogende markgraaf niet zomaar door de straten liep of reed, was vanzelfsprekend. En omdat er destijds nog geen luxueuze auto’s bestonden, nam men in die dagen plaats in een chique koets, weelderig gestoffeerd en rijk versierd. In de kelder van het Palacio del Marqués de Dos Aguas kun je een verzameling van deze pronkkoeysen bewonderen. Je bereikt deze kelder via de binnenhof.
De techniek van de trencadis, waarbij aardewerkscherven in een soort mozaïek in de pleisterlaag van voorgevels worden gelegd, behoort tot het erfgoed van Valencia, maar heeft een Moorse oorsprong. In de Ciudad de las Artes y las Ciencias (zie ook) zijn veel gebouwen, zoals het Palau de les Arts Reina Sofía en het Ágora-gebouw, met trencadis versierd. Maar ook in andere delen van Spanje is deze ‘keramiekpuzzel’ geliefd, vooral in Barcelona, waar architecten en kunstenaars uit de kring van Gaudí deze decoratietechniek graag gebruikten, zoals in het Parc Güell en bij de Sagrada Familia.
Heel anders dan de luxe van het paleis, namelijk sober en streng, is El Patriarca , op nog geen vijf minuten lopen van het Palacio de Dos Aguas. Dit voormalige priesterseminarie uit de 16e eeuw gaat schuil achter hoge muren, op de hoek van de Calle de la Nave en de Plaza del Patriarca. Hier vind je een kleine maar bijzondere pinacotheek met werk van belangrijke kunstenaars als El Greco, Caravaggio en Dürer. De enige overeenkomst met het Palacio de Dos Aguas, en in het bijzonder het albasten portaal, is de opgezette kaaiman, die direct naast de ingang van de kapel hangt. Sommigen zeggen dat priesters het dier uit de voormalige koloniën hebben meegenomen. Volgens anderen is de kaaiman ooit gevangen voor de poorten van Valencia, in de Lagune van Albufera.